Gemeentelijke belastingen omhoog, wat betekent dat voor jou?
Je hebt het recent misschien al gelezen in de landelijke media: de gemeentelijke belastingen voor burgers en bedrijven vallen dit jaar een stuk hoger uit. Het gaat volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) om de grootste stijging sinds 2007, namelijk 8,5% meer dan vorig jaar. Landelijk gaat het om €13,3 miljard aan verwachte inkomsten. Een aanzienlijk deel hiervan komt uit de onroerendezaakbelasting. Wat betekenen deze stijgingen voor jou, als eigenaar of huurder van een woning of bedrijfspand? In dit artikel leggen we het uit.
Wat valt er onder de gemeentelijke belastingen?
Naast Rijksbelasting op bijvoorbeeld inkomen en vermogen, betaal je belasting aan de gemeente waarin je woont. Gemeentelijke belastingen en heffingen zijn er onder andere voor riolering, afvalstoffen, parkeren en het bezit van woningen en bedrijfspanden. Laatstgenoemde heet de onroerendezaakbelasting (ozb) en richt zich enkel op vastgoed. Alleen al aan ozb verwachten gemeenten een bedrag van €5,5 miljard op te halen in 2024. Dat is 7,5% meer dan vorig jaar.
Wie moeten er ozb betalen?
Eigenaren van woningen en bedrijfspanden betalen ozb, net als gebruikers (huurders) van bedrijfspanden. Als je zowel eigenaar als gebruiker bent van een bedrijfspand, betaal je dus twee keer ozb. Bij een ‘onzelfstandig object’, in een bedrijfsverzamelgebouw met onzelfstandige delen, krijgt de eigenaar ook de gebruikersaanslag. Huurders van woningen betalen geen ozb, dat doet alleen de verhuurder. Maar let op, woninghuurders moeten in bijna alle gemeenten wél afvalstoffenheffing betalen en in ongeveer de helft van de gemeenten ook rioolheffing.
Waar wordt de ozb op gebaseerd?
De ozb wordt gebaseerd op de Waardering Onroerende Zaken (woz), de waarde van het vastgoedobject zoals vastgesteld door de gemeente. Hierbij wordt uitgegaan van het bedrag dat de woning of het bedrijfspand zou moeten opbrengen op 1 januari van het vorige jaar. Dit is de waardepeildatum. Omdat de woningprijzen al jaren (bijna overal) stijgen, volgt de woz-waarde deze trend en de ozb dus ook. Vrijwel alle woningeigenaren betalen hierdoor steeds wat meer ozb, in elk geval tot minstens een jaar nadat de woningprijzen gaan en blijven dalen.
Hoeveel kost de ozb?
Elke gemeente hanteert eigen tarieven en de rekensom verschilt per woning of bedrijfspand, dus hier is niet één antwoord op. In principe mogen gemeenten de tarieven jaarlijks aanpassen en het is dus verstandig om deze elk jaar op te zoeken op de website van jouw gemeente. De woz-waarde van woningen kun je eenvoudig vinden in het woz-waardeloket en hiermee kun je de ozb zelf berekenen door de woz-waarde te vermenigvulden met het ozb-percentage. Voor bedrijfspanden kun je de woz-waarde bij de gemeente opvragen, deze zijn niet openbaar.
Wat zijn de tarieven in Amsterdam?
In Amsterdam is de ozb voor eigenaren van woningen dit jaar 0,0462% van de woz-waarde (2023: 0,0431%). Is de woz-waarde van jouw woning bijvoorbeeld €300.000, dan betaal je €138,60. Dat is bij dezelfde woz-waarde €9,30 meer dan het jaar ervoor, maar in de praktijk gaat het over een groter verschil omdat ook de woz-waarde in die periode gestegen zal zijn. Voor eigenaren van bedrijfspanden is de ozb 0,1868% (2023: 0,1911%) en voor gebruikers 0,1355% (2023: 0,1370%). Het percentage voor eigenaren van bedrijfspanden is als enige iets lager dan vorig jaar, maar dat wil niet per se zeggen dat zij minder ozb afdragen. Dit hangt wederom af van de ontwikkeling van de woz-waarde.
Klopt mijn woz-waarde wel?
Omdat de woz-waarde wordt gebruikt voor het bepalen van enkele gemeentelijke belastingen (zoals de ozb) en voor de inkomstenbelasting via het eigenwoningforfait, kun je geld besparen wanneer deze te hoog is vastgesteld. Je kunt bezwaar maken bij de gemeente, maar vraag dan wel eerst het taxatieverslag op. Dat kan vaak via DigiD. Hierin zie je de uitleg van jouw waardebepaling, die is gebaseerd op de woningen of bedrijfspanden die rond de waardepeildatum zijn verkocht en vergelijkbaar zijn met die van jou. In je bezwaar kun je aangeven waarom jij vindt dat de woningen of bedrijfspanden die zijn gebruikt niet goed vergelijkbaar zijn en welke beter als alternatief kunnen worden gebruikt.